Tong (anatomie) – Wikipedia

Illustratie mond – Otis Archives

De tong is een gespierd orgaan in de mond van mensen en de meeste andere gewervelden.

In het algemeen speelt de tong een belangrijke rol bij het kauwen, slikken, de smaakgewaarwording en het reinigen van het gebit. Daarnaast heeft deze spier vaak nog allerlei andere specifieke functies.

Functies[bewerken | brontekst bewerken]

Naast het waarnemen van smaken vervult de tong bij mensen een zeer belangrijke rol bij de articulatie van spraakklanken. Onder de tong zit de uitgang van een aantal speekselklieren, die bijdragen aan de eerste fase van de spijsvertering.

De spieren[bewerken | brontekst bewerken]

De menselijke tong bestaat voornamelijk uit spieren. Door de extrinsieke spieren (de musculus genioglossus, musculus hyoglossus, musculus styloglossus en musculus palatoglossus) wordt de tong verbonden met de onderkaak, het tongbeen (vooraan in de keel) en de schedelbasis; deze spieren kunnen de positie van de tong in de mond veranderen. De spieren van de tong zelf, de intrinsieke spieren (de musculus longitudinalis superior linguae, musculus longitudinalis inferior linguae, verticale tongspier en dwarse tongspier), zorgen voor de vormveranderingen. Op deze manier kan de tong dus met behulp van acht verschillende spieren heen en weer bewogen worden.

Aan de onderzijde zit de tong verder met de tongriem aan de mondbodem bevestigd. Doordat de tong aan de voorzijde vrij eindigt, is dit de flexibelste spier van het lichaam.

De papillen[bewerken | brontekst bewerken]

De tong is bekleed met een groot aantal papillen. De meest voorkomende is de filivormige papil. De andere soorten papillen zorgen ervoor dat de mens de verschillende smaken kan proeven. Deze kunnen allemaal de smaken zoet, bitter, umami, zout en zuur onderscheiden. In de 20e eeuw heeft de misvatting geheerst dat de verschillende smaakgewaarwordingen op verschillende gebieden van de tong zouden plaatsvinden. Dit berust op een verkeerde interpretatie van onderzoeksgegevens uit de 19e eeuw.[1]

Bloedvoorziening[bewerken | brontekst bewerken]

De tong wordt hoofdzakelijk via de tongslagader (arteria lingualis) van bloed voorzien. Daarnaast krijgt de tong bloed via het tonsillaire gedeelte van de gezichtsslagader, dat is gelegen tussen de musculus pterygoideus medialis en de musculus styloglossus.

Soms worden bij wijze van lichaamsversiering piercings door de tong heen aangebracht. Tongsplijting is een andere manier om via de tong het lichaam te versieren.

Medische aspecten[bewerken | brontekst bewerken]

Wanneer de keel onderzocht moet worden, kan de tong met behulp van een tongspatel op de mondbodem worden gedrukt om zicht te krijgen op het achterliggende gebied (de orofarynx).

Tongpathologie[bewerken | brontekst bewerken]

Bij honden dient de tong naast de gebruikelijke functies ook om de lichaamswarmte te reguleren. Daarnaast gebruiken honden en katten hun tong om zichzelf te reinigen.

Een tong die bestaat uit een groot aantal spieren is specifiek kenmerkend voor tetrapoda. Bij vissen is de tong slechts in zeer rudimentaire vorm aanwezig.

Bij niet-gewervelden komen soms organen voor die qua functie min of meer vergelijkbaar (analoog) zijn met de tong (zoals de proboscis bij vlinders en de radula bij weekdieren), maar er evolutionair gezien geen verband mee houden. De betreffende organen zijn dus niet homoloog aan de tong bij gewervelden.